Veelgestelde vragen over de Toolkit

Natuurlijk kunnen er al een aantal vragen gesteld worden tijdens een open dag. Veel vragen die uit de toolkit voortkomen zijn heel persoonlijk en individueel. Het is daarom raadzaam een oriënterend gesprek aan te vragen met een decaan of de persoon die gaat over studeren met een functiebeperking.

Ook al wil je zoon of dochter niet aangeven dat hij/zij autisme heeft, is het raadzaam om goed te onderzoeken wat een hogeschool of universiteit biedt voor deze studenten. De toolkit geeft ook vragen waarbij duidelijk wordt wat belangrijk is dat aanwezig is om zo soepel mogelijk te studeren. Het oriënteren is heel belangrijk. Bij de definitieve inschrijving kan hij of zij nog steeds beslissen dit niet te vertellen maar kan zo wel een opleidingsinstituut kiezen wat het beste bij hem/haar past.

Alle ervaringen van de middelbare school die jou hebben geholpen om het diploma te halen zijn belangrijk. Gebruik die en zet ze in tijdens je studie. Doe vooral meer van wat al werkt en zet dat in om successen te boeken.

Nee, dat is niet de bedoeling. Je maakt een selectie die jij als ouder of jij als aankomend student belangrijk vindt. Er zijn zoveel kaarten omdat iedereen verschillend is en ieder andere behoeften kan hebben. Voor ieder wat wils.

Dit advies wordt gegeven omdat het praten over zaken waar je nog nooit over nagedacht hebt veel energie vraagt. Bovendien kan het lastig zijn om te praten over zaken als hulp inschakelen, zaken benoemen die niet vanzelf gaan.

Op het formulier In Kaart Brengen zie je de kopjes: kaartnummer, vraag aan hogeschool/universiteit, antwoord hogeschool/universiteit.

​Op dit formulier noteer je de vragen welke je wilt stellen bij de hogescholen en/of universiteiten. Vul het kaartnummer in van de kaart waar de vraag vandaan komt. Het kan handig zijn als je de casus of de vraag nog een keer terug wilt lezen.

​Noteer alle vragen die bij jullie opkomen die van belang kunnen zijn.

​Het is handig om de vragen te nummeren op belangrijkheid zodat je weet welke onderwerpen echte vereisten zijn en welke wensen zijn.

​Gebruik een nieuw formulier per orientatiegesprek, per hogeschool/universiteit. Houd de zelfde volgorde van vragen aan. Noteer de antwoorden die je krijgt op het formulier.

​Als je de gesprekken hebt gevoerd, kun je de formulieren met de antwoorden met elkaar vergelijken. Je hebt snel overzicht welke faciliteiten voor jou belangrijk zijn en welke hogeschool of universiteit die bieden. Op basis van deze informatie kan je een goede keuze maken.

Op dit formulier kun je de antwoorden en inzichten schrijven die je uit de vragen van de start-kaarten hebt verkregen.

​Het is goed om ook stil te staan bij de zaken die goed verliepen op de middelbare school.

​Alle kwaliteiten en vaardigheden die je in die tijd hebt opgedaan, kun je zeker goed gebruiken tijdens je studie en op de zelfde succesvolle manier inzetten. Veel plezier met de start-kaarten.

Je mag net zoveel en zo vaak als je wilt het formulier downloaden. Ik adviseer je voor elk oriënterend gesprek een nieuw formulier te gebruiken. Noteer de vragen voor elke hogeschool of universiteit in de zelfde volgorde. Dat maakt het vergelijk makkelijker. Het feit dat je waarschijnlijk meer dan 1 formulier nodig hebt, is de reden waarom het niet bij de toolkit zit en je het vrijelijk kunt downloaden.

Het formulier IN MIJN KRACHT kun je gebruiken om de antwoorden van de Start-kaarten te noteren. Het kan behulpzaam zijn om terug te blikken en deze antwoorden mee te nemen in het gesprek dat jullie voeren met de gesprekskaarten. Zo heb je deze antwoorden steeds bij de hand.

BSA is de afkorting voor Bindend Studie Advies. Iedere student krijgt aan het einde van het eerste jaar een BSA. Het is een positief bindend advies indien de student voldoende studiepunten heeft behaald. Het betekent dat de student de studie mag voortzetten. Het is een negatief bindend advies indien de student niet voldoende studiepunten heeft behaald. Dit betekent dat de student de studie niet mag voortzetten en de opleiding moet verlaten.

Iedere opleiding mag de norm voor de BSA zelf bepalen. Deze staat beschreven in de OER (Onderwijs- en Examenregeling). Elke student krijgt de OER uitgereikt (fysiek of digitaal) en heeft toegang tot dit document. Zo kan iedere student zich op de hoogte stellen van het aantal studiepunten wat gehaald moet worden om een positief bindend studie advies te verkrijgen.

In principe geldt de BSA voor elke student. Indien er persoonlijke omstandigheden zijn (familie omstandigheden, lichamelijke of psychische beperkingen, chronisch of tijdelijk) kan de student een verzoek indienen om gehoord te worden om ontheffing van de BSA te krijgen.

Iedere hogeschool en universiteit heeft beleid rond studeren met een functiebeperking. Iedere opleiding/faculteit mag zelf invulling geven binnen dat beleid aan het faciliteren (o.a. afgestemd op de beroepseisen en mogelijkheden). Het is daarom zeer raadzaam om per studie te informeren naar de mogelijkheden en de faciliteiten ook binnen het zelfde opleidingsinstituut.